Beste Mensen
In de zomerperiode heb ik tijd gevonden om zowel hier op het kantoor alsook thuis de spullen weer eens te ordenen. Thuis kwam ik zo het boekje tegen van Thijs Wöltgens “De Nee-zeggers” en met als ondertitel “de politieke gevolgen van het economisch liberalisme”. Na jarenlang gewerkt te hebben in de Tweede Kamer was hij in 1996 toen hij het boek schreef burgemeester in zijn geboorteplaats Kerkrade. Hij heeft dat boek geschreven uit boosheid en onbegrip. Boosheid over de oude en nieuwe armoede, onbegrip over het gemak waarmee Europeanen onze gemengde economische orde, de verzorgingsstaat, prijsgeven.
In het boek geeft hij een analyse van het economisch liberalisme dat de hele wereld in zijn greep heeft. Op de markt is geld – hebzucht – allesbepalend. Op die markt kunnen velen zich niet handhaven. Het gevolg is dat er in Nederland meer dan een miljoen mensen in armoede leven. Eén op de tien kinderen groeit op in armoede. Ook in ons midden. Overal worden politieke en economische vluchtelingen aan de buitengrenzen in kampen ondergebracht zonder enig perspectief. Het is echt de moeite waard om dat boek te lezen en te herlezen om zo inzicht te krijgen wat er wereldwijd gaande is. Ik ga u daar nu verder niet mee lastig vallen.
Het evangelie verhaal waar we naar geluisterd hebben, staat haaks op de wereld waarin we leven. Een landeigenaar heeft een wijngaard. In de vroege ochtend gaat hij naar de markt waar arbeiders zich verzameld hebben. Hij huurt ze in en betaald een denarie per dag. Een denarie is genoeg om zijn vrouw en kinderen te eten geven. Vervolgens gaat hij nog drie keer naar de markt om arbeiders in te huren voor het werk in de wijngaard. Toen het avond was geworden, zei de eigenaar van de wijngaard tegen zijn opzichter : “roep de arbeiders en betaal hun loon uit, de laatsten het eerst”. De arbeiders van het elfde uur kregen ieder een denarie. Genoeg om hun vrouw en kinderen op die dag te eten te geven. De arbeiders die ’s morgens vroeg al waren begonnen verwachten dat zij meer zouden krijgen. Velen van ons zouden dat ook terecht vinden. De vakbonden zijn niet voor niets jaarlijks bezig goede CAO’s af te sluiten. Maar in het verhaal van Mattheus is dat niet het geval. Zij krijgen één denarie, genoeg om vrouw en kinderen eten te geven. Zij zijn het daar niet mee eens. Want zij hebben in de volle zon in de brandende hitte de hele dag gewerkt en die anderen niet. Maar de eigenaar zegt: “Vriend , ik doe je geen onrecht. We waren het toch eens geworden over een denarie. Pak je geld maar aan, en ga. Ik wil die laatste evenveel geven als jou. Of ben je jaloers omdat ik goed ben?
Is het rechtvaardig wat die landeigenaar doet? Ja . En wel om twee redenen. De arbeiders die het laatst aan het werk gingen, hebben de hele dag in de volle zon in de brandende hitte op de markt gestaan in de hoop werk te vinden. De tweede reden is dat zij ook een gezin, een huishouden hebben die zij moeten onderhouden. Ook bij deze mensen moet er brood op de plank. De landeigenaar geeft gewoon aan eenieder wat hij nodig heeft om te leven. En dit nu geeft ons een beeld van het koninkrijk Gods. Het is een plaats waar ieder krijgt wat hij nodig heeft. Hier zijn rechten niet doorslaggevend , maar de nood en het gebrek.
Rechtvaardigheid neemt mensen niet de maat, maar wil een gemeenschap scheppen van mensen die elkaar het leven gunnen. Precies dat doen de werkers van het eerste uur niet. Ze stellen de rechtvaardigheid van wat contractueel met hen is overeengekomen in een kwaad daglicht om zelf niet goed te hoeven zijn. Zeker, ze zijn bevoorrecht omdat ze de hele dag hebben mogen werken . Maar zoals bevoorrechte mensen vaak doen, protesteren ze tegen de goedheid die wordt bewezen aan hen die niets of geen rechten hebben. Goedheid zet bij deze bevoorrechte mensen kwaad bloed. Je hoort het elk dag. Mensen in de bijstand zijn te lui om te werken. De vluchtelingen pikken onze huizen in. Ik heb mijn leven keihard gewerkt . Daarom mogen ze niet aan mijn pensioen komen.
Gods rechtvaardigheid past heel goed in wat wij een zorgzame samenleving vinden, namelijk een samenleving waarin voor ieder plaats is en die eenieder biedt wat hij of zij nodig heeft. Dat is een samenleving waarin niet degenen die hun rechten laten gelden, de eersten zijn, maar juist de mensen die gebrek lijden en niet in staat zijn om voor zichzelf op te komen . De eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten. Dat is rechtvaardigheid in het licht van God. Marga Klompé, de eerste katholieke vrouwelijk minister van sociale zaken voelde dit aan. Toe zij in 1968 de Algemene Bijstandswet invoerde zei ze dat de bijstandswet zo hoog moest zijn dat mensen ook nog eens een bloemetje konden kopen om die op tafel te kunnen zetten.
Die zorgzame samenleving is echter ontmanteld. Thijs Wötgens schreef zijn boek uit woede dat er weer zo velen in armoede moeten leven en dat die zorgzame samenleving steeds verder wordt ontmanteld. Laten we bidden dat we blijven werken aan een samenleving waarin de eersten de laatsten zullen zijn en de laatsten de eersten. De kern van Jezus boodschap.